De veulentjes worden geboren in de lente en in de zomer. In de Oostvaarderse Plassen was het eerste veulen dit jaar er al begin februari. Maar ook in augustus worden er nog veulens geboren.
De merrie zonderd zich af van de kudde voor het ter wereld brengen van haar nakomeling. De geboorte is bijna altijd 's nachts of in de schemering. Geboortes worden niet vaak gezien door mensen.
Veulens kunnen meteen goed mee-komen met de kudde. |
  |
|
Ze hebben relatief lange benen. Daar-door zijn ze niet alleen snel maar ook van een afstand bijna niet te zien als ze naast de moeder of in een kudde lopen.
Het veulen drinkt een jaar lang bij de merrie. Maar al na een paar weken eet het ook gras en drinkt nog maar af en toe. Soms kun je twee veulens bij een merrie zien drinken, een jong veulentje
en het veulen van het vorige jaar.
|   |
|
|
|
Flehmen
|
Twee weken na de geboorte wordt de merrie weer hengstig. Ze plast vaker dan normaal en de hengst kan de hensgtigheid ruiken als hij z'n bovenlip optilt. Dat heet flehmen.
Normaal zal een merrie een opdringerige hengst een trap verkopen.
Maar tijdens de hengstigheid blijft ze staan als de hengst toenadering tot haar zoekt.
|   |
|
De hengst dekt de merrie een aantal keer tijdens de hengstigheid. Meestal is ze dan meteen drachtig. Anders wordt ze na twee weken weer hengstig.
Na 11 maanden wordt het veulen
|
  |
geboren. Ongeveer 5% van de veulens sterft in de eerste twee weken.
|
|
|