Wilde kuddes!     Dieren van alle leeftijden!
Er zijn maar weinig plaatsen in Nederland waar het natuurlijke kuddegedrag van paarden zo goed te zien is.
Paarden zijn georganiseerd in een vaste structuur:
er is een hoofdkudde, een groep jonge dieren en alleen-levende hengsten.
De kudde bestaat altijd uit een groep oudere merries met hun veulentjes.
De baas in de kudde is een hengst. Hij verdedigt de kudde tegen vijanden zoals roofdieren of andere hengsten.
De merries hebben een strenge rangorde. De oudste staat vaak aan de top. Zij heeft veel meegemaakt en kent het gebied vaak goed. Zij bepaalt altijd waar de kudde naartoe gaat.
De kuddes zijn niet zo heel groot: meestal rond de tien merries.
Jonge hengsten worden na anderhalf jaar weggejaagd door de hengst. Bij de merries is het anders; jonge merries blijven soms in de kudde leven, soms vertrekken ze uit zichzelf naar een andere kudde of lopen ze een tijdje alleen.
|
|
De jonge dieren die uit de kudde worden gestoten vormen ook meestal groepen. Vooral de jonge hengsten zijn
|   |
|
op elkaar aangewezen. Ze blijven in deze groep totdat ze oud genoeg zijn om een poging te wagen om een kudde over te nemen.
Er wordt dan in een groep jonge hengsten ook driftig geoefend met vechten.
|   |
Als een hengst een kudde bezit, als hij de 'harem hengst' is,
|
moet hij de kudde vaak verdedigen tegen andere hengsten. Daarbij wordt vaak zeer fel gevochten. Toch helen wonden, zoals op de foto hierboven, snel bij Konikpaarden. Dat is een van de eigenschappen waar ze om bekend staan.
Om te voorkomen dat merries afdwalen, drijft de hengst regelmatig de kudde bij elkaar. Daarbij houdt hij z'n hoofd laag. Merries of veulens die niet doorlopen bijt hij zo in de achtebenen.
|
|